(hart)as:
zie ECG
Alzheimer medicatie:
Exelon
Reminyl
Ebixa
Anafylactische
reactie: (urticaria, kuch(?), dyspnoe, jeuk, conjunctivitis evt
na enkele min.>shock)
-
0,5 mg adrenaline IM of SC, evt herhalen na 10-20 min (gefractioneerd per 2 mg)
-
bronchiaal
> β2 mimetica
-
phenergan
1 amp IM (evt)
-
solumedrol SAB 125-250 mg (voor later) (geeft vasodilatatie)
-
aanhoudende dyspnoe evt aminophylline 300 mg iv
zer traag (>10 min)
-
(volume expansie)
Astma
crisis:
De huisarts:
- inspecteert
de patiënt en onderzoekt de thorax;
- gaat
zo mogelijk de oorzaak van de exacerbatie na (infectie, het op eigen
initiatief staken van de medicatie);
- beoordeelt
of er een andere oorzaak voor verergering van de dyspnoe is dan astma.
Criteria voor acute ernstige dyspnoe zijn:
- (een
toename van de) dyspnoe in rust, moeite met uitspreken van een hele zin,
niet plat kunnen liggen;
- ademhalingsfrequentie
>25/min (bij zeer ernstige dyspnoe neemt ademfrequentie weer af!)
- hartslag
>110/min;
- gebruik
van hulpademhalingsspieren.
De behandeling van
acute ernstige dyspnoe is als volgt (zie schema):
- Geef
een bèta-2-sympathicomimeticum per inhalatiekamer (4-10 puffs, een puff
per keer verstuiven en 5 maal inademen), eventueel subcutaan (0,5 mg/ml 1
ml) of via een elektrische vernevelaar (5 mg/ml 0,5-1 ml); wacht het
effect ter plaatse af; herhaal na enkele minuten de inhalaties van
bèta-2-sympathicomimetica en geef bij onvoldoende verbetering aanvullend
ipratropiumbromide (2-4 puffs, een puff per keer); in minder ernstige
gevallen kan een controle binnen enkele uren afgesproken worden;
- Geef
bij verbetering:
- een
kuur orale steroïden; het is raadzaam corticosteroïden (een startdosis
prednis(ol)on tabletten of corticosteroïden voor intraveneuze toediening)
in de dokterstas te hebben;
- instructies
voor het gebruik van bronchusverwijders gedurende de eerstvolgende 24 uur
(bijvoorbeeld een dubbele dosis of inhalatie via een inhalatiekamer).
- De
volgende dag wordt een controle afgesproken die bestaat uit:
- evaluatie
van de klachten en ervaren beperkingen;
- onderzoek
van de longen;
- nagaan
van de reden van de exacerbatie; let met name op de therapietrouw, de
inhalatie-techniek of luxerende factoren;
- eventueel
bijstelling van het beleid.
Een patiënt met een
ernstige exacerbatie wordt verwezen als:
- er
binnen een half uur geen verbetering optreedt;
- er
onvoldoende zorgmogelijkheden thuis zijn;
- eerdere
exacerbaties steeds noodzaakten tot een ziekenhuisopname;
- uitputting
leidt tot afname van de ademfrequentie, verminderd bewustzijn en
'rustiger' worden van de patiënt. Dit zijn alarmsymptomen waarbij
spoedopname geïndiceerd is.
Medicamenteuze
therapie van acute ernstige dyspnoe
Middel
|
Toedieningsvorm en
dosis
|
Opmerkingen
|
bèta-2-sympathicomimeticum,
bijvoorbeeld salbutamol
|
dosisaërosol per inhalatiekamer; 200 mcg 4-10 puffs (1 puff per keer in
inhalatiekamer, 5 x inademen)
|
Herhaal inhalaties na kwartier en
bij onvoldoende verbetering aanvullend ipratropiumbromide 2-4 puffs
|
eventueel per injectie s.c. (0,5 mg/ml 1 ml) of vernevelaar (5 mg/ml 0,5
ml)
|
Verwijs bij geen verbetering
binnen een half uur
|
Prednis(ol)on, oraal
|
30 mg 1 dd, 7 tot 10
dagen
|
Ineens staken; ter voorkoming van
recidieven is een adequate onderhoudsdosis inhalatiecorticosteroïden nodig
|
pm O2!
NB: Ambulanceprotocol > O2 >
vernevelen > verblijfsnaald > (als vernevelen niet gelukt: salbutamol
0,5mg i.v.) > dexamethason 8 mg i.v.
Ascaris: Mebendazol 100 mg. 6
tabletten 2dd1
Aarsmaden
(oxyuriasis): Mebendazol 100 mg eenmalig, na 14 d nogmaals 1 x
100 mg, zn om de 14 d herhalen
Acuut Coronair Syndroom
RICHTLIJNEN DIAGNOSTIEK
Anamnese
De huisarts vermoedt de
diagnose ACS vooral op basis van de anamnese. De anamnese wordt telefonisch
gestart. Lijkt een ACS met klachten in rust waarschijnlijk, bel dan
onmiddellijk een ambulance.
Vraag bij een vermoeden
van een acuut coronair syndroom naar:
- duur
van de klachten (pijn >30
minuten maakt een AMI waarschijnlijk);
- lokalisatie:
pijn retrosternaal,
of in de linker arm
gelokaliseerd (past bij ACS);
- uitstraling van de pijn, bijvoorbeeld naar arm(en), schouder, hals of kaken (past bij
ACS);
- vegetatieve verschijnselen of verschijnselen passend bij cardiogene shock, zoals zweten, misselijkheid,
braken, bleek of grauw zien (past meer bij een AMI);
- ischemische
hart- en vaatziekten
in de voorgeschiedenis, zeker als de pijn vergelijkbaar is met die van een eerder MI of van AP
(past bij ACS);
- verlichting
van de klachten bij gebruik van nitraten sublinguaal (past bij IAP).
De kans op een ACS is groter bij hogere leeftijd en bij mannen. Bij ouderen, vrouwen en
patiënten met diabetes
mellitus kan het klachtenpatroon minder duidelijk zijn.
Vraag om de klinische toestand te kunnen inschatten naar:
- duizeligheid, collapsneiging,
bewustzijn, kortademigheid, niet plat kunnen liggen;
en met het oog op eventuele
behandeling naar:
- medicatiegebruik, zoals acetylsalicylzuur, cumarinederivaten, antiarrhythmica;
- comorbiditeit, zoals diabetes mellitus, COPD, CVA/TIA, hypertensie, aneurysma
aortae, allergie voor acetylsalicylzuur, astma;
- intoxicaties.
Ga bij twijfel over de
diagnose de (overige) risicofactoren voor een ACS na, zoals ischemische
hart- en vaatziekten bij eerstegraads familieleden voor het zestigste levensjaar,
roken, diabetes mellitus, hypertensie en een verhoogd cholesterolgehalte.
Lichamelijk onderzoek
Lichamelijk onderzoek is er
vooral op gericht de mate van klinische stabiliteit van de patiënt vast te
stellen, en omvat:
- observatie
(acute benauwdheid, acuut hoesten en/of een reutelende ademhaling, koude
klamme huid, bleek of grauw zien; past bij acuut hartfalen en/of een AMI);
- pols;
- bloeddruk (systolische
bloeddruk <90-100 mmHg; past bij AMI);
- auscultatie hart (tonen, souffles, pericardwrijven);
- auscultatie longen (crepitaties, verminderd ademgeruis basale longvelden; past bij acuut
hartfalen).
Aanvullend onderzoek
ECG (verricht door
ambulanceverpleegkundigen).
Evaluatie
Ga na of er een vermoeden
bestaat van een ACS met of zonder klachten in rust. Maak tevens een inschatting
van de klinische stabiliteit van de patiënt.
RICHTLIJNEN BELEID
ACS
met klachten in rust
- Is
een ACS met klachten in rust waarschijnlijk, bel dan direct een ambulance
met A1-indicatie
en ga zelf ook naar de patiënt.
- Geef
bij pijn een snelwerkend
nitraat sublinguaal, nitroglycerinespray of isosorbidedinitraat 5
mg tablet. Herhaal
dit bij aanhoudende pijn na 5 en 10 minuten. Contra-indicaties zijn een systolische bloeddruk <90 mmHg in combinatie met een hartfrequentie <50
slagen per minuut.
- Breng
zo mogelijk een waaknaald
in; spuit de waaknaald door met 2 cc NaCl 0,9%.
- Geef
bij pijn en onvoldoende reactie op nitraten zo nodig morfine 5-10 mg, langzaam intraveneus,
of fentanyl 50 µg.
- Geef
acetylsalicylzuur in
een oplaaddosis van minimaal 160 mg (en ten hoogste 320 mg) per os
(bijvoorbeeld 2 tabletten van 80 mg) aan patiënten die nog geen
acetylsalicylzuur gebruiken (ook degenen die cumarinederivaten gebruiken).
- Geef
0,5 mg atropine
intraveneus bij bradycardie (hartfrequentie <50 slagen per
minuut) met hemodynamische gevolgen.
- Geef,
indien beschikbaar, zuurstof,
in het bijzonder bij dyspnoe en/of cyanose.
Zie voor het beleid bij
bijkomend acuut hartfalen de NHG-Standaard Hartfalen.
Start bij een circulatiestilstand
met reanimatie.
Verwijzing
Verwijs een patiënt met een
mogelijk ACS met klachten in rust met spoed. Bij ST-elevaties op het ECG is
snelle reperfusie door percutane coronaire interventie of (pre)hospitale
trombolyse geboden:
- bij
patiënten met een matig tot groot AMI die binnen 60-90 minuten op een
katheterisatielab kunnen zijn, bij patiënten met contra-indicaties
voor trombolyse of bij complicaties, zoals cardiogene shock: bij
voorkeur primaire PCI;
- bij
patiënten met een klein AMI: (pre)hospitale trombolyse.
Verwijs bij een normaal
ECG of bij een ECG met alléén ST-depressies naar een ziekenhuis voor
nadere diagnostiek.
ACS
zonder klachten in rust
Geef, in afwachting van
beoordeling binnen 24 uur
door de cardioloog:
- een
oplaaddosis
acetylsalicylzuur (zie hierboven);
- een
snelwerkend nitraat
sublinguaal, voor gebruik bij recidief ischemische klachten;
- een
bètablokker,
bijvoorbeeld metoprolol 2 dd 50 mg tablet, ter voorkoming van
recidiefischemie.
verwijzing
- Verwijs
patiënten met een ACS bij wie de klachten door rust en/of nitraten zijn
verdwenen, dezelfde dag.
- Verwijs
patiënten met persisterende klachten van pijn op de borst of hartfalen
meer dan 24 uur tot 5 dagen na het optreden van de eerste symptomen van
een AMI direct.
Overdracht
ambulanceverpleegkundigen
- Blijf
bij de patiënt tot de ambulance is gearriveerd.
- Zorg
voor een goede mondelinge én zo mogelijk schriftelijke overdracht naar de
ambulanceverpleegkundigen.
- Vul,
zo mogelijk, alvast de regionaal afgesproken lijst met indicaties en
contra-indicaties voor trombolyse in.
De
ambulanceverpleegkundigen nemen bij aankomst de regie over. Zij zijn
verantwoordelijk voor triage voor PCI of prehospitale trombolyse op grond van
anamnese, lichamelijk onderzoek én ECG (indien verricht), en voor het starten
van prehospitale trombolyse, tenzij regionaal anders is afgesproken.
Behandelingsstrategie bij patiënten met
een AMI of IAP
12-kanaals-ECG
|
Afwijking
|
Conclusie
|
Voorstel voor
behandeling
|
ST-deviatie >15 mm
|
groot MI
|
primair PCI
(vervoer naar CAT-lab binnen 60-90 minuten; indien niet mogelijk start
trombolyse)
|
ST-deviatie 6-15 mm
|
klein MI
|
trombolyse bij
voorkeur prehospitaal; primaire PCI bij contra-indicaties voor trombolyse
|
ST-deviatie <6 mm
|
geen of mogelijk
MI
|
nadere diagnostiek
(hartmerkstoffen voor necrose) in het ziekenhuis
|
