H

 

Huisstofmijt saneren:

- hoezen kussens, dekbed, matras

- knuffels om de 14 d > 2 d in vrieskist

- rest geen bewezen effect

 

 

Hypercalciemie: palliatieve pt;(bv bij botmeta,sommige longca)

- misselijkheid++

-pijndrempel daalt

-delier

R / APD-infuus (in zkh, 1/maand)

 

Protocol Hyperglycemie tijdens dienst op HAP:

regel 1         4 uur of langer braken > verwijzen naar 2e lijn

regel 2         Niet iedere (incidenteel) verhoogde bloedglucosewaarde behoeft direct correctie met extra insuline

regel 3         Laat de pt bij een (dreigende) hyperglycemische ontregeling extra vocht innemen

regel 4         De 2-4-6 regel:

                     2:    iedere 2 uur bloedglucose meten en extra kort/snelwerkende insuline (laten) bijspuiten tot een waarde < 15 mmol/l is bereikt met behulp van de volgende twee adviezen:

                     4:    Bij bloedglucose 15-20 mmol/l > 4E kort/snelwerkende insuline extra

                     6:    Bij bloedglucose > 20 mmol/l > 6E kort/snelwerkende insuline extra

regel 5         Laat de pt bij een bloedglucose < 15 mmol/l nog iedere 2-4 uur doorgaan met zelfcontrole tot een stabiele (bijna) normoglycemische situatie is bereikt.

 

(uit verpleeghuis:)

Bij hyperglycemie IDDM: Actrapid bijspuit schema:

20-23:          6E

23-26:          8E

>26:             10E

 

Hyperglycemisch coma (ketacidotisch <> hyperosmolair)

Gluc > 18mmol/l

- Ketoacidotisch:

(oorzaken: acute infecties, GI stoornissen, operaties, verlagen of stoppen insulineinjecties, hartinfarct/CVA, idiopatisch)

(symptomen: progressieve polydipsie, polyurie, malaise, nausea, braken, buikpijn > dehydratie, bewustzijn--. Kussmaulademhaling met acetongeur adem. Soms hypotensie, tachycardie, shock)(ook glucose en aceton in urine)

Gedehydreerde somnolente/comateuze pt > opname! > infuus fys zout (en iv insuline in zkh)

Bij dreigende ketoacidose preventieve vuistregels:

- nooit insulineinjecties staken (ook als geen voeding neemt)

- urine 2dd onderzoeken op gluc en aceton

- dagelijks bloedsuiker meten

- regelmatig drinken (150-200 ml/uur)

- gluc > 20 -> extra insuline snelwerkend iedere 4 uur sc1/5 van totale dagdosis insuline

Hyperosmolair (niet ketotisch):

(vooral ouderen, niet insulineafh., zeer ernstige dehydratie, hyperosmolariteit en hyperglycemie zonder ketoacidose)

(evt oorzaken:  infectie, CVA, MI) soms vooraf niet bekend als diabetespt.

(symptomen: geleidelijke ontwikkeling coma (dagen/weken),toenemende polyurie, soms polydipsie, toenemende sufheid en neurologische uitval/prikkeling (lijkt op CVA), ernstige dehydratie, hypotensie)

Altijd opname zkh.(infuus (hypo-osmolair)vocht al dan niet met insuline)

 

 

Hypoglycemie

-Acuut: hongergevoel, angst, tremoren, zweten, hartkloppingen, soms convulsies/coma

-Subacuut: hoofdpijn, passagère paresen, visusstoornissen, vermoeidheid++, concentratieverlies, agressief en incoherent gedrag

-(sub)chronisch: neurologische uitvalsverschijnselen, slaapbehoefte++, eleptiforme afw, soms karakterverandering

gluc < 4 mmol/l

-25 – 100 gr. glucose/disacharide per os (in thee/limonade) bij niet comateuze pt.

-glucose 25-50% iv (in groot bloedvat) tot ontwaking uit coma (max 100 ml). verblijfsnaald inbrengen voor toediening.

-glucagon 1 mg i.m. (of i.v.) zo nodig 1x herhalen. = eventueel eerste stap (i.m.) mn bij geagiteerde pt

-indien geen snelle ontwaking uit coma  opname voor iv toediening glucose.